Ganzen

Noord-Holland is een paradijs voor ganzen. Er is veel water en de boeren telen gras en groenten waar ganzen van smullen. De populatie is de afgelopen gegroeid, en dat leidt tot schade. Ook in natuurgebieden veroorzaken ganzen schade door overbegrazing van oevervegetaties en rietlanden, waardoor de biotoop van een groot aantal diersoorten verdwijnt. Deze schadelijke effecten zorgen ervoor dat de biodiversiteit in natuurgebieden afneemt en de doelen van Natura 2000-gebieden en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) niet worden behaald. Naast landbouwschade en schade aan flora en fauna vormt de grote populatie ganzen ook een risico voor vliegveiligheid. Groepen ganzen vormen een groot risico voor de vliegveiligheid op en rond Schiphol.  

Het faunabeleid van de provincie Noord-Holland is gericht op het duurzaam beheren van diersoorten. Duurzaam beheer betekent in dit verband een planmatig beheer voor de lange termijn, waarbij schade wordt teruggebracht naar een maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Op 24 mei 2014 is voor de grauwe gans en brandgans het maatschappelijk aanvaardbare schadebedrag voor de landbouwschade vastgesteld (Provincie Noord-Holland, 2014). Voor de grauwe gans is het jaar 2005 gekozen, omdat het getaxeerde schadebedrag, door BIJ12-Faunazaken na dit jaar exponentieel groeide. Voor de brandgans is het schadeniveau in het jaar 2011 als maatschappelijk aanvaardbaar schadeniveau vastgesteld.  

De FBE’s in Nederland hebben in het voorkómen van deze maatschappelijke schade een wettelijke taak. Dat is het vaststellen van een faunabeheerplannen die aansluiten op de wet- en regelgeving van de overheid. In een faunabeheerplan staat beschreven hoe de maatschappelijke schade kan worden voorkomen. Dit wordt onder andere gedaan op basis van wetgeving, verzamelde data, (wetenschappelijke) onderzoeken, praktijkervaring en door raadpleging van experts. De FBE’s zijn daarbij afhankelijk van de (wetenschappelijke) onderzoeken die in opdracht worden uitgevoerd door de overheden. Dit doen zij individueel of in samenwerking via BIJ12. Daarnaast zijn de FBE’s afhankelijk van de schadedata die de Provincies verzamelen.  

Op basis van alle informatie heeft het bestuur van de FBE Noord-Holland op 12 mei 2021 het Faunabeheerplan Ganzen Noord-Holland 2021-2024 vastgesteld. Op 13 juli heeft Gedeputeerde Staten het faunabeheerplan goedgekeurd en op 1 februari is de daarbij behorende ontheffing door de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord verleend. Het faunabeheerplan bevindt zich nu in de uitvoeringsfase. Door de onderstaande projecten / processen geven we hieraan uitvoering. 

Download het Faunabeheerplan Ganzen Noord-Holland 2021-2024 hier 

Download de ontheffing hier 

Gecoördineerd beheer

Het gecoördineerd ganzenbeheer houdt in het onder coördinatie van de FBE Noord-Holland uitvoeren van: 

  • afschot, met name in de natuurgebieden, met focus op het vroege voorjaar 
  • ruivangsten 

Het betreft een pilotproject waarbij gezocht wordt naar optimalisatie van het beheer binnen de bestaande wet- en regelgeving. De pilot bestaat uit de volgende onderdelen: 

  • het opstellen van breed gedragen uitvoeringsplannen; 
  • het opstellen van passende beoordelingen; 
  • het aanvragen van toestemmingsbesluiten; 
  • het verzekeren van de uitvoeringsactiviteiten; 
  • het verkrijgen van een ontheffing voor het in bezit hebben van een geluidsdemper; 
  • het aansturen van beroeps- en vrijwillige jagers. 

De pilot richt zich in de eerste fase op het verkrijgen van toestemmingsbesluiten die binnen de wet- en regelgeving passen. Het gaat hierbij om het proces van een ontheffing voor het gebruik van een geluiddemper, het laten maken van passende beoordelingen door gekwalificeerde ecologische bureaus, het aanvragen van vergunningen of de afstemming met de beheerplannen, en het zorgdragen voor de juiste verzekeringen. Deze procedures zijn zeer intensief, en daarnaast afhankelijk van andere processen en belangen.  De daadwerkelijke uitvoering in N2000 gebieden heeft zich daardoor beperkt tot drie dagen. Daarnaast is er in zeven natuurrijke gebieden van Landschap Noord-Holland van 1 februari tot en met 15 maart beheert.   

Klik hier voor de rapportage Ruivangsten 2022 

Vergroten afzetmogelijkheden

In het Faunabeheerplan Ganzen is een aantal randvoorwaarden benoemd die van invloed zijn op het verlagen van maatschappelijke schade door ganzen. Een daarvan is het vergroten van de afzetmogelijkheden van gedode ganzen. De ambitie is dat iedere (hele) gans een goede bestemming krijgt. 

In 2021 is de FBE daarom gestart met een onderzoek naar het verbeteren van de benutting van afschot (fase 1). Hierbij hebben we drie hoofdthema’s onderzocht: De businesscase voor de verwaarding van een gans, de mogelijkheden voor het vergroten van humane consumptie en de samenwerking in de gehele keten van ganzenbeheer. De opgedane kennis is vastgelegd in een analyse getiteld “Een vette gans bedruipt zichzelf” en uitgewerkt tot een aantal aanbevelingen. In de bestuursvergadering 20 april 2022 is deze analyse vastgesteld.  

Download hier het rapport “Een vette gans bedruipt zichzelf”. 

Op basis van deze analyse zijn er mogelijkheden in kaart gebracht om de afzet van ganzen te verbeteren. De FBE Noord-Holland is conform de aanbevelingen gestart met het maken van een plan van aanpak. Dit plan van aanpak moet een integrale samenwerking stimuleren tussen alle partijen uit de keten van ganzenbeheer. Door het realiseren van een dergelijke samenwerking kunnen ook andere obstakels voor het realiseren van voldoende afschot worden weggenomen. De oplevering van het plan van aanpak is gepland in 2023. 

Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds (AEWA)

De Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds is aangenomen in het kader van het Verdrag van Bonn (‘Overeenkomst in de zin van artikel IV lid 3, van het Verdrag van Bonn’). Deze overeenkomst is in 1999 in werking getreden en gericht op de instandhouding van trekkende watervogels. De insteek van het verdrag wordt gevormd door de routes (flyways) die watervogels gebruiken. Onder de Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds fungeren een aantal werkgroepen. 

Voor trekkende ganzen is er de AEWA European Goose Management International Working Group. Deze werkgroep is het belangrijkste coördinatie- en besluitvormingsorgaan van het AEWA European Goose Management Platform (EGMP). Het doel van de AEWA European Goose Management Platform is om op lange termijn een gunstige staat van instandhouding te waarborgen voor alle ganzen en populaties die onder hun bevoegdheid vallen, door te zorgen voor duurzaam gebruik en beheer op flyway-niveau. 

Sinds begin 2018 werkt de Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds aan managementplannen voor een gestructureerd en geïntegreerd beheer, inclusief duurzaam gebruik van ganzenpopulaties van de grauwe gans en brandgans op Flyway niveau. 

Conform het besluit van de Ambtelijke Adviescommissie Vitaal Platteland (AACVP) van 25 maart 2016 wordt vanuit Nederland de aanpak van Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds gecoördineerd door de Nederlandse Werkgroep AEWA aanpak Ganzen (WAG). Deze werkgroep wordt getrokken door de provincie Friesland en bestaat uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de provincies en BIJ12 Faunazaken. De werkgroep maakt daarbij gebruik van twee adviseurs, een vertegenwoordiger van de faunabeheereenheden en een onafhankelijke ganzenexpert.  

De FBE Noord-Holland vertegenwoordigt de faunabeheereenheden in deze werkgroep. De werkzaamheden bestaan uit het verzamelen van landelijke afschotgegevens grauwe gans en brandgans, het informeren, adviseren en ophalen van belangen van de faunabeheereenheden in Nederland, zevenmaal per jaar overleg en adviseringen met betrekking tot de op te stellen Favourable Reverence Values (FRV's) en Adaptive Flyway Management Programmes (AFMP's). 

Op juni 2022 maakte de FBE Noord-Holland namens FBE Nederland onderdeel uit van de Nederlandse delegatie. Tijdens deze jaarlijkse internationale meeting worden er ervaringen gedeeld en afstemming gezocht. De FBE Noord-Holland heeft daar haar ontwikkelingen op het gebied van het beheer van brandganzen (stopzetten populatiebeheer) en de ontwikkelingen op het gebied van dataverzameling en de testversie van FaunaSpot N2000 beheer naar voren gebracht.  

Link: AEWA | Agreement on the Conservation of African-Eurasian Migratory Waterbirds (unep-aewa.org) 

Taakgroep ganzen

De Bestuurlijke Adviescommissie Vitaal Platteland (BAC-VP) heeft besloten om een taakgroep ganzen op te zetten onder de IPO-werkgroep natuurwetgeving. In deze adviescommissie zitten de gedeputeerden van de twaalf provincies met de portefeuille natuur. De taakgroep is ingesteld naar aanleiding van het eindadvies “Ganzen zonder grenzen: advies voor een robuust en gebiedsgericht ganzenbeheer”.  De samenwerking tussen de provincies richt zich primair op de implementatie van de AEWA-aanpak en het zorgdragen voor een goede doorvertaling en afstemming op internationaal, nationaal, provinciaal en regionaal/lokaal niveau. De Faunabeheereenheid Noord-Holland maakt namens FBE Nederland als adviseur deel uit van deze taakgroep. Hiermee wordt een optimale aansluiting tussen wetgeving, beleid, plan en uitvoering gerealiseerd.